WSW ziet erop toe dat een deelnemer de door WSW geborgde leningen ook daadwerkelijk besteedt aan borgbare activiteiten. Daarnaast toetst WSW of een deelnemer voldoende, maar niet teveel, liquide middelen aanhoudt. Ook beoordeelt WSW of de corporatie nog over ruimte binnen variabele hoofdsomleningen beschikt, voor zover deze niet is geoormerkt voor een liquiditeitsbuffer in verband met derivatenposities. Het resultaat van de beoordeling van deze drie elementen is het borgingstegoed.
Wil je alleen reageren op dit artikel, dat kan hier.