Bedrijfswaarde van vastgoed is de som van de netto contante waarden van de nog resterende netto kasstromen.
De netto kasstromen zijn hierbij de huurinkomsten minus de totale kosten voor beheer, onderhoud en vennootschapsbelasting. Het Centraal Fonds Volkshuivesting hanteert de definitie:"De toekomstige geldswaarde van de exploitatie van een woning".
De bedrijfswaarde van een object geeft de waarde aan van alle toekomstige kasstromen uit exploitatie. Deze waarde wordt ook wel DCF-waarde genoemd. DCF staat voor Discounted Cash-Flows, oftewel de som van de kasstromen.
De belangrijkste onderdelen hiervan zijn de huur en de huurindex, de exploitatiekosten en de kostenindex en de restwaarde. Deze worden contant gemaakt met de vereiste disconteringsvoet. Deze kasstromen samen bepalen de maximale investering in een object. Let hierbij op dat het gaat om de maximale totale investering, dus inclusief zaken als kosten koper, rente, achterstallig onderhoud en aanvangsleegstand.
Er zijn verschillende begrippen die allemaal de bedrijfswaarde bepalen, maar hiervoor verschillende methoden of parameters gebruiken.
In de grafiek is te zien welke verschillen er zijn tussen de verschillende manieren van het waarderen van vastgoed. Bij een lineaire waardering is de waarde op moment tde aanschafwaarde minus de totale afschrijving op moment t,tot een bepaalde restwaarde.
In geval van annuïtaire waardering heeft het vastgoed de waarde die volgens de annuïtaire lening nog resteert in jaart.
In de grafiek is te zien dat de waarde van het vastgoed tegen bedrijfswaardering de eerste jaren toeneemt in plaats van afneemt. Dit wordt veroorzaakt doordat voor elk jaar de nog resterende netto contante kasstromen bij elkaar worden opgeteld en worden verdisconteerd met de discontovoet.
Bron: Centraal Fonds Volkshuisvesting - Beleidsregels 2012
Zie:
Wil je alleen reageren op dit artikel, dat kan hier.